Kraak de code. Taalkundig en redekundig ontleden.
Bij deze taallijn leren de kinderen zinnen en woorden uit het thema te verdelen op basis van bepaalde codes. We gaan taalkundig en redekundig ontleden. Als je weet uit welke onderdelen taal bestaat, kun je deze afzonderlijke onderdelen soepeler en beter inzetten om tot je doel te komen. Bij ontleden ontdekken we de structuur van onze taal. Dit draagt bij tot beter spellen, stellen en begrijpend lezen.
We volgen bij het ontleden de bestaande hulpmiddelen, symbolen en codes uit het Montessori-onderwijs omdat die helder en concreet zijn vormgegeven.
Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Elk type zinsdeel heeft haar eigen kleur en wordt daarmee onderstreept. Zinsdelen hebben allemaal met elkaar te maken en door de kleurcodes kun je zien hoe het verband in deze specifieke zin in elkaar zit.
Elk zinsdeel vind je door een bepaalde vraag te stellen, of door een bepaalde ‘truc’ toe te passen, waardoor het betreffende zinsdeel te voorschijn komt. Op die manier vind je volgens een vast stappenplan steeds een nieuw zinsdeel, totdat je alle zinsdelen van een zin hebt benoemd.
Hiermee beginnen we in de middenbouw en dit trekken we door in de bovenbouw.
Een belangrijk hulpmiddel hiervoor is de zon met vragen.
De kinderen noteren in hun Geheimschrift de essentie van elk zinsdeel m.b.v. de stickers zodat ze de vraag en/of truc kunnen onthouden.
Taalsymbolen
Voor taalkundig ontleden zijn er de taalsymbolen. Alle woorden in een zin worden met behulp van deze taalsymbolen neergelegd waardoor kinderen ontdekken dat bijna alle zinnen een werkwoord (rode cirkel) en een zelfstandig naamwoord (grote zwarte driehoek) hebben. Ook zullen ze zien dat lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord (de drie driehoeken) altijd in een bepaalde volgorde en combinatie staan.
Een lesje over een woordsoort volgt altijd het drietraps-principe:
Trap 1: De leerkracht of een ervaren klasgenoot biedt het nieuwe taalsymbool of het nieuwe zinsdeel aan
Trap 2: Het kind wijst deze taalsymbolen of zinsdelen aan in andere zinnen
Trap 3: Het kind kan zelf de nieuwe woordsoorten en zinsdelen benoemen
Kinderen oefenen in hun eigen WereldWonderWeb trap 2 en 3 en er is in elk thema een quiz waarin ze kunnen laten zien dat ze ook alle voorgaande onderdelen (nog) beheersen. Daarnaast zijn er kaarten in de klas met daarop zinnen die de kinderen zelf met de taalsymbolen neer kunnen leggen en zijn er kaarten waarop taalsymbolen staan waarbij kinderen zelf zinnen maken die aansluiten bij het thema.
In de handleiding staan verwerkingen met behulp van bewegend leren beschreven zodat we ook de hersenen goed blijven stimuleren en het geleerde goed en langdurig onthouden.
Materialen bij Kraak de code:
- Handleiding Kraak de code, verantwoording en themaoverzichten jaar 1
- Themaoverzichten jaar 2 en 3
- ELO: handleiding, lessen, presentaties en kopieerbladen
- Overzicht met taalsymbolen
- Houten bak met Hulpkaarten taal- en redekundig ontleden
- Geheimschrift en stickers voor Geheimschrift
- WereldWonderWeb: verwerkingen, toetsen, overzichten en Hulpkaarten
Optioneel, zelf aan te schaffen:
- Houten bak met taalsymbolen
- Liniaal met taalsymbolen
- Zon voor ontleden
- Pijlenmateriaal
Ben je nieuwsgierig geworden over DaVinci's taallijn?
Volg dan het taal-webinar of neem contact met ons op. Wij vertellen je graag meer.
Lees alles over DaVinci's taallijn in deze taalbrochure:
Door op de pijltjes rechtsonder te klikken opent de taalbrochure in je hele scherm